Looptechnieken

Om goed te beginnen: lees deze pagina aandachtig door. Je bent zo goed bewust van de twee fases van de loopbeweging en de belangrijkste aandachtspunten.
De loopbeweging bestaat uit twee fases: steunfase en zweeffase.
Aandachtspunten
Algemeen
Probeer ontspannen te lopen. Een verkrampte Loophouding kost energie. Waardoor je mogelijk (nog) meer gespannen gaat lopen. Ook van de (verkeerde) loopstijl van (andere) (top)lopers kan je het nodige leren.
Romp en hoofd
Probeer je romp en hoofd rechtop te houden. Veel hardlopers hebben de neiging naar voren de buigen. Sterke Buikspieren zijn daarbij belangrijk.
Schouders
Houd je schouders ontspannen en rechtop. Schouders die gespannen zijn kosten energie. Bovendien verloopt de de armbeweging ook minder goed met gespannen schouders.
Armen en handen
De loopbeweging ondersteun je met je armen. De armbeweging kost veel energie. Probeer armen en handen ontspannen te houden. Beweging je armen ook niet te ver over de voorkant van je bovenlichaam.
Voeten
Zet je voeten in de looprichting neer. Wanneer je je voeten te veel naar binnen of naar buiten staan kan je minder goed afzetten.
Benen
Je knieën mogen tijdens de voorste zweeffase niet te hoog worden ingezet. Breng je onderbeen tijdens de achterste zweeffase niet te ver omhoog.
Heupen
Probeer je heupen stil de houden. Bewegende heupen kosten energie.
Steunfase
· begin: het landen van de voet.
· einde: het afzetten van de voet.
Tijdens het landen van de voet wordt er energie in de pezen en gewrichten van voet en been opgeslagen. Deze energie wordt bij de afzet weer gebruikt. Meteen na het landen begint de voetafwikkeling. De voet en enkel zakken daarbij ietsje naar binnen (proneren). Tenslotte volgt het afzetten van de voet.
Opmerkingen
·Wanneer de voet en enkel te veel doorzakken (overpronatie) kost dat energie en kan dat blessures veroorzaken.
·Het merendeel van de hardlopers landen op de hakken van hun voet. Voor lange afstandlopers is haklanding waarschijnlijk de beste methode.
Zweeffase
· begin: het loskomen van de voet.
· einde: het bijna landen van de voet.
De zweeffase van de loopbeweging bestaat uit de achterste zweeffase (deze begint bij het afzetten van de voet van de grond, het been beweegt zich naar achteren) en de voorste zweeffase (deze eindigt het neerkomen van de voet op de grond).
Opmerkingen
·Je knieën mogen tijdens de voorste zweeffase niet te hoog worden ingezet. Breng je onderbeen tijdens de achterste zweeffase niet te ver omhoog.
·De loopbeweging ondersteun je met je armen. Probeer je armen, schouders en handen ontspannen te houden.